Een remtrommel met lager vervangen (Superkit)

Gebruik het juiste gereedschap om de klemmen van de veerklemmen te verwijderen en verwijder vervolgens de remschoenen van de onderste plaatsen. Als dit is gebeurd, moet het mogelijk zijn om de remschoen te demonteren zoals afgebeeld en de handremkabel te verwijderen en los te koppelen. Maak nu de remslang los van de wielcilinder en verwijder de oude wielcilinder.

Plaats de nieuwe wielcilinder en bevestig deze aan de steunplaat. Bevestig de remleiding weer aan de wielcilinder.

Als de remtrommel wordt vervangen, moet de ABS-sensorkoppeling voorzichtig van de oude trommel worden verwijderd, omdat deze op de nieuwe trommel moet worden teruggeplaatst.

Extra werkzaamheden kunnen nodig zijn als er een nieuwe trommel wordt gemonteerd en de meegeleverde trommel het lager niet heeft voorgemonteerd. Gebruik een geschikt remreinigingsmiddel om de montageplaat en alle montageoppervlakken schoon te maken.

Controleer of de handremkabel goed vastzit en breng vervolgens het vet uit de doos met de superkit aan op de contactpunten op de steunplaat.

Opmerking: Er is slechts een kleine hoeveelheid vet nodig en dit moet alleen worden aangebracht op de aangegeven punten, omdat te veel vet remstof aantrekt en meer problemen veroorzaakt tijdens de levensduur van de remmen.

Bevestig de handremkabel opnieuw aan de handremhendel op de nieuwe remschoenset en monteer de voorgemonteerde remschoenset op zijn plaats, waarbij eerst de bovenste delen van de wielcilinder en vervolgens de onderste plaatsen worden geplaatst. Bevestig de nieuwe borgpennen en veerklemmen en breng de trommel weer aan en draai de naafmoer met het juiste aanhaalmoment vast.

Bevestig de remtrommel opnieuw en zet deze vast met een nieuwe naafmoer en plaats ten slotte het deksel van de naafmoer terug. Ontlucht vervolgens het remsysteem volgens de instructies van de autofabrikant. Bevestig het remontluchtingsapparaat aan het vloeistofreservoir op de hoofdremcilinder met behulp van de juiste adapter. Bevestig het opvangvat aan de ontluchtingsnippel op de wielcilinder. Laat de ontluchtingsnippel los, vang vloeistof op en ontlucht het systeem. Bevestig het wiel weer en draai, terwijl de auto op de grond staat, de wielmoeren aan tot het juiste niveau, zoals aanbevolen door de autofabrikant. De klus is nu geklaard.