In tegenstelling tot remblokken of remschijven worden handremkabels niet blootgesteld aan hoge mechanische spanning, maar zijn ze toch onderhevig aan een zekere mate van slijtage.
Hun polyamide coating kan bijvoorbeeld beschadigd raken door invloeden van buitenaf, zoals opgewervelde stenen, waardoor water en vuil kunnen binnendringen. Dit resulteert in corrosie. De kabel zwelt op en kan niet meer zonder weerstand glijden. De handrem kan in de meeste gevallen nog wel worden bediend, maar kan niet meer goed worden losgezet.
Handleiding

- Slepen van de remmen en als gevolg daarvan grote slijtage
- Oververhitte remmen
In het ergste geval kan de handrem niet meer worden losgezet en rijdt het voertuig niet meer. Aangezien dergelijke defecten niet ongewoon zijn (in Europa worden handremkabels jaarlijks bij 2 procent van alle voertuigen vervangen), moeten er regelmatig tests worden uitgevoerd.

Een eerste diagnose kan worden uitgevoerd op een rollenbank. Er mag geen significante remvertraging optreden op de testbank zonder dat de handrem wordt bediend. Als er verhoogde remwaarden zijn, kunnen de handremkabels daar de oorzaak van zijn. Voor een gedetailleerde diagnose moet het voertuig op de autolift worden geïnspecteerd.

Controleer eerst of alle wielen vrij draaien als de handrem is losgezet. Als de wielen niet vrij kunnen draaien, kan een visuele inspectie van de handremkabels uitwijzen of deze vervangen moeten worden.
Zelfs een kleine beschadiging van de coating of afdichtingsmanchet kan ertoe leiden dat de handrem na verloop van tijd niet meer goed werkt. In dat geval adviseert TRW de handremkabels te vervangen.

Bij een trommelremsysteem moet de remtrommel worden verwijderd. Vervolgens wordt de handremhendel bediend om te controleren of het handremmechanisme perfect werkt.
Wanneer de handrem is losgezet, moeten de remschoenen zich volledig in hun oorspronkelijke positie bevinden. Maak bij twijfel de handremkabels los en controleer ze afzonderlijk.
Maak bij een remklauw met handremmechanisme de handremkabels los en controleer of de wielen vrij draaien. Als de wielen na demontage vrij kunnen draaien, moeten de handremkabels worden vervangen.

Nadat de handremkabel is losgemaakt van de handremhendel, wordt deze losgekoppeld van de houder bij de remklauw.
Vervolgens worden de houders van de handremkabels uit de carrosserie verwijderd.
Nu wordt de verbinding van de handremkabels losgemaakt van de lengteverstelling van de kabel en worden de handremkabels losgeklemd.

Voordat u de nieuwe handremkabel monteert, vergelijkt u deze met de verwijderde kabel om er zeker van te zijn dat deze zonder problemen gemonteerd kan worden. Let vooral op de lengte en de aansluiting aan het begin en einde.
De verschillend gekleurde handremkabels maken het gemakkelijker om ze te herkennen. In dit geval moet de gele handremkabel aan de rechterkant worden gemonteerd en de blauwe aan de linkerkant.
Klik nu de handremkabels in de verbinding. Het is belangrijk om op de juiste positie van de kabel te letten (geel rechts; blauw links).

Nadat de verbinding is aangehaakt in de kabellengteverstelling, moeten de handremkabels worden bevestigd aan de houders in de carrosserie van de auto. De handremkabelhouder op de remklauw moet ook worden schoongemaakt en de handremkabel moet worden vastgeklikt.

Vervolgens wordt de nieuwe handremkabel in de handremhendel gestoken. Nadat de lengte van de kabel is afgesteld met roestverwijderaar (een paar minuten laten inwerken!), moet deze zodanig worden afgesteld dat de handremhendel op de remklauw ongeveer 1 mm speling heeft tot de eindaanslag.
De werking van de handrem wordt getest door de handremhendel te bedienen. Het mag niet mogelijk zijn om de handremhendel meer dan drie inkepingen te bedienen.

Na een testrit moet de handremfunctie opnieuw worden getest op de rollenbank.
Leuk om te weten

ZF Aftermarket assortiment
Ontdek het complete remassortiment in onze productcatalogus.