Storingen in het koppelingssysteem voorkomen door het correct te ontluchten
Hoewel de elektrificatie van voertuigonderdelen onverbiddelijk voortschrijdt - de elektrische stuurbekrachtiging is slechts één voorbeeld - worden vooral drie onderdelen nog steeds hydraulisch bediend: de rem, de hydraulische of elektrohydraulische stuurbekrachtiging en het hydraulische koppelingssysteem. Wat alle systemen gemeen hebben, is dat ze vrij moeten zijn van ingesloten lucht om feilloos te kunnen functioneren.
Lucht als oorzaak van storingen
In tegenstelling tot vloeistoffen kan lucht worden samengeperst. Aangezien de bovengenoemde voertuigsystemen werken volgens het hydraulische principe, waarbij kracht wordt overgebracht door middel van een niet-comprimeerbare vloeistofkolom, is lucht hier de belangrijkste oorzaak van storingen. Wat de hydraulische koppeling betreft, kunnen de volgende symptomen optreden:
- Verandering van de slag van het pedaal
- Moeilijkheden bij het ontkoppelen van de koppeling
- Onnauwkeurig pedaalgevoel
Hydraulische ontkoppelingssystemen moeten daarom worden ontlucht volgens de instructies van de voertuigfabrikant na reparaties aan de koppeling of na vervanging van hydraulische onderdelen.
Handleiding
Om dit werk snel en effectief uit te voeren, moet de relevante werkplaatsuitrusting beschikbaar zijn. Een geschikte ontluchter is hierbij van essentieel belang. Het ontluchten van de hydraulische koppelingscomponenten zonder deze hulpmiddelen is vervelend en levert niet altijd het gewenste resultaat op. Er is ook een opvangvat voor de hydraulische vloeistof nodig, met een doorzichtige buis die op de ontluchtingsnippels past. Sommige ontluchters hebben een vacuümunit om het vloeistofniveau in het compensatiereservoir aan het eind van het ontluchtingsproces op peil te houden.
De verschillende koppelingssystemen werken op basis van een master- en slavecilinder. De mastercilinder wordt bediend door het koppelingspedaal, de slavecilinder gebruikt de overgebrachte kracht om de koppeling mechanisch te ontkoppelen.
De systemen verschillen echter in het ontwerp van hun afzonderlijke componenten. De hoofdremcilinders hebben een apart vloeistofreservoir of worden gevoed door een leiding uit het compensatiereservoir.
De slavecilinders daarentegen zijn ofwel ontworpen als eenvoudige drukcilinders die een hefboomsysteem bedienen om de koppeling vrij te geven, of ze werken als concentrische slavecilinders rechtstreeks op de drukplaat van de koppeling. De afkorting CSC wordt ook gebruikt om concentrische slavecilinders aan te duiden.
Hoofdremcilinder met vloeistofreservoir
Hoofdremcilinder zonder vloeistofreservoir
Slavecilinder als eenvoudige drukcilinder
CSC - Concentrische slaafcilinder
Een paar fundamentele opmerkingen over het ontluchtingsproces voordat het in afzonderlijke stappen wordt beschreven:
- Gebruik alleen ontluchters die door de voertuigfabrikant zijn vrijgegeven.
- Zorg ervoor dat het koppelingspedaal tijdens het ontluchten helemaal tot de eindstand is ingetrokken, zodat de doorstroming van de hydraulische vloeistof niet wordt belemmerd.
- Houd het vloeistofniveau in het compensatiereservoir in de gaten.
- Houd de ontluchtingsdruk zo laag mogelijk. Langzaam stromende vloeistof zal meer lucht uit het systeem transporteren dan snel stromende vloeistof.
- Bedien het koppelingspedaal niet tijdens het ontluchten, omdat dit een te grote slag kan veroorzaken. De hydraulische cilinder wordt dan te ver losgelaten, wat tot lekkage kan leiden.
Gebruik alleen vloeistoffen die zijn vrijgegeven door de voertuigfabrikant! Zorg voor absolute reinheid bij het uitvoeren van het ontluchtingsproces!
- Verwijder de vuldop van de hoofdremcilinder of het compensatiereservoir en sluit de ontluchter aan met behulp van een geschikte adapter.
- Breng het hydraulische systeem op druk (max. 2 bar).
- Verwijder de beschermkap van de ontluchtingsnippel op de slavecilinder.
- Bevestig een geschikt opvangvat met heldere buis aan de ontluchtingsnippel.
- Open de ontluchtingsnippel (vast of draaibaar).
- Sluit de ontluchtingsnippel weer zodra de vloeistof in de slang geen luchtbellen meer bevat.
- Laat de druk van de ontluchter ontsnappen.
- Koppel de ontluchtingsadapter los van de hoofdremcilinder of het compensatiereservoir.
- Controleer het vloeistofpeil in het compensatiereservoir en corrigeer indien nodig (let op de MAX-markering).
- Plaats de vuldop terug op het reservoir.
Trap het koppelingspedaal meerdere keren in om een functietest uit te voeren. Het koppelingspedaal moet altijd onafhankelijk terugkeren naar het beginpunt.
Verwijder de vuldop van het compensatiereservoir
Slavecilinder met ontluchtingsnippel
Controleer het vloeistofpeil in het reservoir
Hoofdremcilinder met vloeistofreservoir (rechts)
ZF Aftermarket assortiment
Ontdek het volledige assortiment koppelingssystemen in onze productcatalogus.
