De bovenste bevestiging van de veerpoot is bevestigd aan het chassis via de veerpootbevestiging - ook wel veerpootbevestiging genoemd. Aangezien de veerpootbevestiging zowel een dempende kracht als een draaibare bevestiging moet hebben om ongehinderd te kunnen sturen, zijn er strenge eisen voor de werking en slijtvastheid. Een regelmatige controle van de veerpootbevestigingen zorgt ervoor dat het voertuig veilig is.

ophanging

Een versleten of defecte veerpootbevestiging kan worden herkend aan verschillende symptomen. Deze zijn onder andere

  • Piepen tijdens veerbewegingen van het chassis
  • Slecht sturen in bochten
  • Krakende geluiden tijdens stuurwielbewegingen
  • Beperkt terugzetten van de besturing na het nemen van een bocht
  • Kloppende geluiden bij het rijden over oneffen oppervlakken

Als de veerpootbevestiging is gecontroleerd en er een defect is geconstateerd, moet deze worden vervangen zoals hieronder beschreven. Net als andere chassisonderdelen moeten veerpootsteunen altijd paarsgewijs worden vervangen.

Handleiding

Stap 1: Verwijder de wielen
Hef het voertuig op en verwijder de voorwielen

Hef het voertuig eerst op met een tweepijlertakel en verwijder de wielen van de as.

Verwijder de veerpoot volledig uit het voertuig

Verwijder de veerpoot volgens de specificaties van de autofabrikant en klem hem vast in een geschikte klem.

Waarschuwing: Risico op ernstig letsel veroorzaakt door het plotseling loslaten van veren. Gebruik altijd een geschikte veerspanner.

Druk de veer in met behulp van een veerspanner

Druk de veer samen met een veerspanner totdat deze loskomt uit de zitting van de veerpootbevestiging.

Verwijder de borgmoer op het veerpootlager

De moer op de drijfstang van de demper kan nu worden verwijderd. Hiervoor moet de drijfstang stevig worden vastgehouden met een geschikt stuk gereedschap. Vervolgens kan de oude veerpootbevestiging worden verwijderd.

Plaats de nieuwe steun

Plaats de nieuwe veerpootsteun in zijn montagepositie. Controleer daarbij vooral of het onderste deel van de steun correct op de veer van de ophanging zit.

Monteer de nieuwe borgmoer op de drijfstang

Monteer alle bouten en bevestigingsonderdelen en draai de borgmoeren vast met het door de voertuigfabrikant opgegeven koppel.

Controleer of de veer in de juiste positie in de veerpootplaat en op de veerpootbevestiging zit

De veerspanner kan nu voorzichtig worden losgemaakt. Controleer daarbij of de veer correct op de veerpootbevestiging en op de veerpootplaat is geplaatst.

Plaats de veerpoot terug en monteer nieuwe borgmoeren op de veerpootbevestiging

Nu kan de volledige veerpoot uit de houder worden verwijderd en terug in het voertuig worden geplaatst.

Asuitlijning uitvoeren

Plaats vervolgens de wielen terug en voer een volledige wieluitlijning uit. Voer tot slot een testrit uit.

ZF Aftermarket assortiment

Ontdek het volledige assortiment stuurcomponenten in onze productcatalogus.